Gelezen: Blended learning in de praktijk

Barend Last heeft, zoals in het voorwoord (van Nynke Bos) staat “een logisch, maar ook noodzakelijk vervolg geschreven” op het boek Blended learning en onderwijsontwerp dat hij vorig jaar samen met Stefan Jongen heeft uitgebracht. In zijn nieuwe boek Blended learning in de praktijk staat de uitvoering en evaluatie van blended learning centraal.

De opzet van dit boek is vergelijkbaar met het vorige boek. Dit boek telt 286 pagina’s en bestaat uit 5 delen en 17 hoofdstukken. Elk hoofdstuk wordt heel fijn afgesloten met de kernpunten en biedt nog een praktijkopdracht. Het boek eindigt met een aantal checklists. Uiteraard is het boek (evidence-informed) voorzien een uitgebreide literatuurlijst en een handig register. De terugleestips en de uitgelichte boxen maken het een overzichtelijk en prettig leesbaar boek. Barend heeft een fijne manier van schrijven.

Het eerste deel van het boek gaat over het concept blended learning. In het 2e deel staat de studentreis centraal. In deel 3 wordt de vraag beantwoord hoe docenten met blended learning studenten kunnen ondersteunen. In het 4e deel gaat over de inrichting van de fysieke en digitale leeromgeving. Het laatste en 5e deel gaat over de evaluatie van blended learning.

Deel 1. Blended learning

Uiteraard start het boek met een definitie zodat duidelijk is waarover het gaat en missconcepties uit de weg worden geruimd.  Helaas moet ik concluderen dat ik veel van deze misvattingen nog steeds hoor. In het eerste hoofdstuk wordt logischerwijs veel verwezen (de terugleestips) naar het vorige boek.

Daarnaast worden in dit deel modellen besproken, is er aandacht voor constructieve alignement, het bespreek de impact blend (low-medium-high). Het is veel theorie en herhaling van het vorige boek. De vele voorbeelden zijn een welkome aanvulling. De tips van een succesvol flipped classroom aanpak (het meest bekende blended learning model) zijn mij bekend, maar belangrijk dat ze weer op een rijtje zijn gezet (box 7, p. 53).

Deel 2. Studentgerichte leerreis

De leerreis, of studentreis zoals het in mijn organisatie wordt genoemd, krijgt in dit boek meer aandacht. Vooral de tabel ‘verschillen tussen synchroon en asynchroon leren’ ( p.80-81) en de 8 voorbeelden (p. 95-102) zal voor docenten erg helpend zijn. De tabellen met inschattingen studielast (p. 113) en bestuderen literatuur (p. 114) bevatten handige richtlijnen. Immers “Het uitgangspunt van blended learning is niet je onderwijs volproppen met activiteiten, maar een voldoende uitdagende en toch behapbare, toegankelijke reis creëren” (p. 114).

Deel 3 Blended learning ondersteunen

In dit deel worden een aantal overtuigingen van docenten mbt studentkenmerken weerlegt. In hoofdstuk 10 worden vele strategieën aangereikt om motivatie (adhv de zelfdeterminatietheorie  van Deci & Ryan) te stimuleren. Paragraaf 10.6 schenkt aandacht aan een veelgehoorde klacht van docenten over studenten die onvoorbereid naar de bijeenkomst komen. Het is, schrijft Barend, beter om als docent te zoeken naar ondersteunende activiteiten die motiveren de voorbereidende opdracht ook echt te doen. Immers niet iedere student beschikt over zelfregulerende vaardigheden. Dit wordt in hoofdstuk 11 besproken en ook dit hoofdstuk eindigt met een sprekend  voorbeeld in een blend. Twee hoofdstukken van dit deel behandelen heel belangrijke thema’s die volgens mij veel te weinig aandacht krijgen bij het onderwijsontwerp, nl. leerstrategieën en digitale geletterdheid.  Diverse voorbeelden worden  beschreven die je als docent direct kunt inbouwen in je onderwijs om studenten hierbij te ondersteunen. En in het laatste hoofdstuk nog wat laatste aandachtpunten mbt socialisatie, subjectificatie, differentiatie en (peer)feedback.

Deel 4 Leeromgeving inrichten

Blended onderwijs vindt plaats in een fysieke en digitale leeromgeving. De laatste tijd krijgt de inrichting van de onderwijsruimtes gelukkig meer aandacht. Immers de opstelling van het meubilair heeft invloed op het gedrag. Dat dit een grote uitdaging is voor planning en roostering is bekend. Barend geeft een aantal tips om hier anders naar te kijken. Een ‘sticky campus’ creëren waar studenten graag zijn, ook buiten de formele lestijd, vraagt ook om een andere inrichting van het gebouw.  En uiteraard wordt ook aandacht voor het inrichten van de digitale leeromgeving. Dit vraagt om een duidelijke structuur, een aantrekkelijke vormgeving, duidelijk taalgebruik en heldere indeling. Mijn stokpaardje 😉

Deel 5 Kwaliteit

In het laatste deel vraag Barend aandacht voor een goed doordacht evaluatieplan. Veelal wordt na afloop van een module geëvalueerd, terwijl er zoveel kansen liggen om vooraf en tijdens het onderwijs te evalueren. Studenttevredenheid (actief leren beoordelen studenten niet altijd even positief) zou niet het doel moeten zijn van de evaluatie, maar wel betrokkenheid, motivatie, didactisch handelen, studielast etc. (box 35, p. 249). In overzichtelijke tabellen wordt een aantal methoden besproken om vooraf of tijdens het onderwijs te evalueren.

Tot slot

geeft Barend nog  een aantal ideeën mee. Drie ervan vind ik erg belangrijk na het lezen van dit boek:

  • Herdefinieer de rol van de docent

Goed dat Barend specifiek aandacht vraagt voor de veranderende rol van de docent (p.31-33). Ik zie veel docenten worstelen met die meervoudige docentenrol. Er wordt (te) veel van docenten gevraagd, vind ik. Hen oproepen het gesprek aan te gaan, zoals Barend in zijn boek doet, is volgens mij onvoldoende. Mijns inziens moet hiervoor op managementniveau aandacht gevraagd worden. Want terecht zoals in het boek staat; blended learning is niet iets wat je er zomaar bij kunt doen.

  • Pas niet elke strategie uit dit boek toe

Gelukkig! Want het zijn er wel heeeel veel 🙂 Eens met de tip van Barend: “Maak slimme keuzes en houd het voor jezelf behapbaar”.

  • Heb het over gewoon goed onderwijs (in plaats van blended learning)

Ook mee eens. Maar laten we dan ook niet meer zo krampachtig doen over technologie. Waarom krijgt digitale technologie zo’n prominente toelichtende rol in de Inleiding? Voor mij was het voldoende geweest als Barend het had gehouden bij het weerleggen van de misvatting dat ‘Blended learning betekent onderwijs digitaliseren’  (p.25), Technologie maakt onderdeel uit van ons leven en leren, het is zoals hij later in het boek schrijft:

Goed onderwijs sluit aan bij de digitale wereld door het vorm te geven met blended learning. Dat betekent effectief gebruik maken van digitale middelen …”(p.122)

Precies dat! Technologie is gewoon een extra middel in de gereedschapskist van docenten, net zoals een onderwijsruimte, een boek, of een schoolbord. Je kiest dat uit wat voor dat specifieke onderwijsontwerp nodig is. En dat is heel vaak iets met leertechnologie. Dus ook niet terughoudend zijn met gebruik van nieuwe technologieën (p. 14); als je tijd en ruimte voelt en je het leuk vindt: experimenteer er lekker op los 🙂

Mijn rol als ICT&O adviseur

Het werken met kleine ontwerpteams, zoals Barend adviseert om onderwijs met behulp van de studentreis vorm te geven, werkt goed is mijn ervaring. In docententeams het gesprek voeren over (blended) onderwijs om aannames en overtuigingen te bespreken, zoals hij als tip meegeeft,  is ook belangrijk. Bij de uitvoer van onderwijs zijn immers meer (gast)docenten betrokken. Zij moeten het immers doen! Daarom bied ik de laatste tijd ook vaker letterlijk de helpende hand aan docenten bij het structureren van de digitale leeromgeving (LMS). *Imho* zijn er in onderwijsland te veel adviseurs en te weinig helpers.

Ik wil hier nogmaals wijzen op het blog van Wilfred Rubens om aandacht te hebben voor de ruimte van docenten om te professionaliseren, te ontwikkelen en voor te bereiden. Dit is veel te weinig! Daarom raad ik met name opleidingsmanagers aan om dit boek ter hand te nemen om te lezen wat allemaal bij een goed onderwijsontwerp komt kijken, welke ondersteuning en facilitering hiervoor nodig is en wie hier allemaal bij betrokken moeten worden.

Met veel plezier heb ik het boek gelezen (op een enkel irritatiepuntje na 😉 ).  Een leestip!

@Barend, als je weer een nieuw boek over blended learning gaat schrijven, overweeg dan eens een interactief boek zodat je ook internetbronnen en je ‘Barend legt uit’ filmpjes een plek kunt geven. Ik denk dat je met deze technologie de aspecten van blended learning nog meer kunt toelichten en visualiseren, en het biedt de gebruiker een betere zoekinterfase. Zo wordt je boek een nog handiger online naslagwerk. 🙂

Last, B. (2022). Blended learning in de praktijk: Modellen, strategieën, voorbeelden en andere handvatten. Amsterdam: Boom
Te koop voor €34,95

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: