De eerste 6 weken van de coronacrisis had ik elke ochtend om half 10 een overleg met collega’s ICT en DLO. Gevolgd door een bijpraat- afstemmingsuurtje met mijn directe collega’s. En daarnaast nog vele online afspraken met docenten. Ik vind het vermoeiend.
Ik ben niet de enige.
Wilfred Rubens heeft twee interessante blogposts hierover geschreven:
- Is live online communiceren meer vermoeiend/belastend dan face-to-face communiceren?
- Waarom live online communiceren meer vermoeiend/belastend is dan face-to-face communiceren
Online vergaderen
Online vergaderen heeft ook zo zijn voordelen: Het bespaart reistijd en het kan efficiënter zijn, mits er een duidelijke agenda is en deelnemers voorbereid zijn. Dat geldt trouwens ook voor live meetings 😉
Het heeft ook nadelen. Voor iedereen zijn die weer anders maar waar ik last van heb:
- de onduidelijkheid wie wie ‘in de gaten houdt’, dat voelt ongemakkelijk, daarnaast kunnen (nog meer dan in een f2f bijeenkomst) ongemerkt opnames (foto/video) gemaakt worden;
- deelnemers die ongemerkt op een later tijdstip in een online vergadering kunnen aanschuiven of eerder vertrekken;
- camera’s die (‘vanwege bandbreedte’) uitgeschakeld worden. Zelf maak ik me daar ook schuldig aan omdat ik het niet fijn vind om ook constant mezelf te zien;
- lichaamstaal is via beeldscherm moeilijker te lezen;
- er zit altijd iets van een vertraging in het geluid waardoor je tegelijkertijd begint te praten en dan weer een ongemakkelijke stilte valt.
Dit alles kan meer stress opleveren. Op mijn werk liep ik wat vaker van de ene ruimte naar de andere. De kletsmomentjes die ik met collega’s had mis ik. Nu zit constant achter het beeldscherm, ook dat is cognitief belastend. Ik vraag ook vaker of ik mag bellen ipv videobellen, kan ik ondertussen ook aantekeningen maken, iets opzoeken zonder bespied te worden.
Er zijn allerlei thuiswerktips om het gezond te houden. Ik ken ze, maar past ze niet regelmatig genoeg toe. Ik probeer mijn werkdag wel te starten met een half uurtje MOFIT. Mijn ‘juf’ zet nu wekelijks een les online.
Alexander Rinnooy Kan schrijft in de NRC dat “in de huidige eenzaamheid verliest vergaderen de sociale charme van de gezamenlijke ervaring, maar verdwijnt ook veel van de sociale discipline die de deelnemers bij de les hield. Of dat goed of slecht nieuws is voor een cultuur die zo doordrenkt is van betrokkenheid en medezeggenschap als de Nederlandse zal de toekomst moeten leren.”
Online lesgeven
Bovenstaande punten gelden natuurlijk ook voor online lesgeven. Zowel voor studenten als docenten is het ook vermoeiend en belastend om online les te volgen cq te geven. Ik hoor nog te vaak dat lessen volgens rooster door gaan. Arme studenten en docenten die zo hun hoorcolleges, werkcolleges of discussiecolleges krijgen/verzorgen.
Afhankelijk van het doel en vorm van je les en het aantal deelnemers adviseer ik een online (hoorcollege)les niet langer dan 45 minuten te laten duren. Als er gewerkt wordt met verschillende activerende werkvormen zou het langer kunnen. Studenten kunnen dan ook (tijdelijk) de groepsbijeenkomst verlaten.
Voor een online les is nog meer dan in een f2f les belangrijk dat er een duidelijk structuur is met dito instructie. Wat is het doel van deze bijeenkomst? Wat gaan we doen? Met wie werk je samen? Hoeveel tijd heb je? Welke ondersteunende leermaterialen kan je gebruiken?
Maar maak ook slim gebruik van de chat. Je hoeft niet constant in beeld en aan het woord te zijn. Meer tips lees je hier.
Wat zal de toekomst brengen?
We weten natuurlijk niet hoe de onderwijswereld er vanaf 1 september uit ziet. Of we dan nog steeds het onderwijs voornamelijk op afstand aanbieden? Ik hoop dan voor docenten als studenten dat hun roosters ook aangepast worden aan het ‘nieuwe normaal’. In ieder geval hebben wij afgesproken om vanaf volgende week nog maar 2x per week online te overleggen.
In dit bericht heb ik het niet gehad over privacy bij videobellen, daar heb ik eerder al iets over geschreven. In het verlengde daarvan ..
Als videobellen een onlosmakelijk onderdeel gaat uitmaken van ons werken en lesgeven dan moeten we ook nog een nadenken over virtuele beeldmanipulatie. In een artikel in NRC 28 april 2020: Is dat echt je collega of is het een video? beschrijven en lindelings vertrouwen op dat wat onze ogen en oren waarnemen behoort tot het verleden. Slimme technologie zorgt voor een synthetische realiteit waarin echt en nep vervlochten zijn. Dankzij virtuele achtergronden, Snapchat-filters en realtime gegenereerde deepfakes is beeldmanipulatie nu bereikbaar voor iedereen”.
Uitgelichte afbeelding van Mohamed Hassan via Pixabay