Op 1 september 2011 zijn Ankie van den Broek, collega van de Pabo en ik geïnterviewd door Jules Coenegracht voor Editie Zuyd. Het gesprek ging over social media bij Zuyd.
Het artikel uit Editie Zuyd, versie 23 (oktober 2011), p. 5:
“Je kunt wel zeggen: ik doe niks met sociale media, maar het is er, en er wordt in allerlei sociale netwerken over je gepraat”, zegt Judith van Hooijdonk, ICTO-adviseur bij de dienst Onderwijs en Onderzoek. “Het wordt nog onvoldoende serieus genomen en daardoor is er ook onvoldoende ontwikkeltijd voor docenten beschikbaar”, vindt Ankie van den Broek, docent Onderwijskunde en Nieuwe Media bij de Faculteit Onderwijs. Stof genoeg voor een gesprek over het gebruik van sociale media in het onderwijs.
Een tijdje geleden kwam Judith op Twitter een uitspraak tegen van een potentiële student die met Zuyd gebeld had. “Ik had me daar toch een stuk chagrijn aan de telefoon”, twitterde de student in wording. Het illustreert het punt: sociale media zijn er, en er wordt ook over jou gepraat. Ankie: “Je moet je er bewust van zijn waar je doelgroep zit en waar ze mee bezig is.” Tegelijkertijd is dat ook de kracht van de sociale media, vinden ze: de mogelijkheid tot directe interactie met je doelgroep.
Toepassingen in het onderwijs beperkt
De mogelijkheden van sociale media voor leren en opleiden zijn vast eindeloos, schrijft onderwijskundig adviseur en ontwikkelaar Paul Bloemen in een blog, maar de toepassing ervan in het onderwijs is nog beperkt. Hoe komt dat zo? Hij noemt een aantal redenen: docenten worden voortdurend met allerlei veranderingen geconfronteerd; ‘sociale media’ is geen eenduidig begrip, het vergt al enige ervaring om een basisinzicht in het concept te krijgen; het ontbreekt aan een goed beeld over hoe jongeren kunnen leren via sociale media; er ontbreekt vaak een visie op onderwijs en leren; er wordt sterk vanuit de technologie gedacht; er wordt geen rekening gehouden met de realiteit van elke dag voor de docent.
Ongeleid projectiel
Dit gezegd zijnde: wat doet Zuyd zoal op dit terrein? Judith: “sociale media zijn een beetje een ongeleid projectiel, dat is het lastige maar juist ook het leuke ervan. Iedereen gaat er op zijn eigen manier mee aan de slag.” Wat voorbeelden dan. De Nieuwste Pabo en de bibliotheek hebben een twitteraccount, maar gebruiken dat nog erg ‘zendingsgericht’. De opleidingen Informatica en Technische Informatica hebben met Do IT @Zuyd een social community waarin ze contact onderhouden met studenten, alumni en bedrijven. Er wordt gebruik gemaakt van Shakespeak, een tool die het mogelijk maakt dat studenten met hun mobiele telefoon tijdens de les antwoorden geven op vragen die in de PowerPoint-presentatie van de docent worden gesteld. Judith: “Zo kun je zien of ze de leerstof hebben begrepen én je houdt ze veel beter bij de les.” Uiteraard is deze opsomming volstrekt onvolledig, maar dat is niet erg. Het gebruik van sociale media is voor een deel ook een kwestie van ‘duizend bloemen laten bloeien’: van onderuit ideeën laten komen en ze als organisatie ondersteunen en breder implementeren als ze succesvol zijn.
Niet zomaar
Sociale media kunnen goed ingezet worden als marketinginstrument. Ankie: “Je moet werven waar je doelgroep zit.” Ze vindt dat Zuyd sociale media meer zou moeten gebruiken om contacten naar buiten toe te onderhouden. Dat ‘naar buiten toe’ kan, naar gelang de behoefte, van alles betekenen: contacten tussen Zuyd en studenten, tussen Zuyd en alumni en tussen Zuyd en het werkveld. Bovendien, zegt Ankie, zijn experts op je eigen vakgebied vaak veel makkelijker benaderen via de sociale media. Sociale media gebruiken als marketinginstrument is één, maar ze inzetten als onderwijstool is een ander verhaal. Judith: “Dat gaat niet zomaar. Dan moet je opnieuw nadenken over je onderwijsconcept, ze moeten geïntegreerd worden in je onderwijsvisie.”
Eerder gepubliceerd op 2beJAmmed 14 oktober 2011